Op basis van het model van huishoudelijk reglement voor de raad voor maatschappelijk welzijn dat uitgewerkt werd door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeente(VVSG) werd het bestaande huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn geactualiseerd.
In het bijzonder betreft het onder meer volgende aanpassingen of toevoegingen:
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 77 §3 dat stelt dat de raad voor maatschappelijk welzijn de reglementen van het OCMW vaststelt, die onder meer betrekking hebben op het OCMW-beleid, de retributies en het inwendige bestuur van het OCMW.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 38 dat stelt dat de gemeenteraad stelt bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vaststelt en artikel 74 van dit decreet dat stelt dat artikel 38 van overeenkomstige toepassing is op de raad voor maatschappelijk welzijn.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 20 3de lid, dat bepaalt dat er onder bepaalde voorwaarden digitaal of hybride kan vergaderd worden.
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 april 2022 houdende de laatste aanpassing van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn, zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 28 april 2022, wordt opgeheven.
Het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt opnieuw vastgesteld zoals opgenomen in dit besluit.
Dit reglement treedt in werking conform artikel 288 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
De burger verwacht van de verkozenen dat ze hun politiek mandaat integer en deontologisch juist uitoefenen. Door een gespecialiseerd orgaan op te richten dat zich uitspreekt over de toepassing van de deontologische code, de deontologische commissie, wordt die verwachting bewaakt. De deontologische commissie is dus van belang voor de handhaving van de code, maar kan de code ook evalueren en voorstellen doen voor een eventuele bijsturing.
Met betrekking tot de samenstelling stipuleert het decreet dat de deontologische commissie bestaat minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de raad. Daarnaast is er eventueel plaats voor onafhankelijke experten.
Voor de werking en de bevoegdheid van de deontologische commissie werden er geen regels vastgesteld in het decreet. De besturen bepalen dit zelf in hun deontologische code.
De deontologische code werd aangevuld m.b.t. de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie op basis van een ontwerptekst van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en wordt voor vaststelling aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorgelegd.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 39 dat bepaalt dat de gemeenteraad een deontologische code aanneemt en een deontologische commissie opricht.
Artikel 74 van het decreet over het lokaal bestuur dat dezelfde bepalingen als die van de gemeente oplegt aan het OCMW.
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 1 oktober 2009 houdende de vaststelling van de deontologische code voor de raadsleden OCMW Bocholt.
Artikels 285, 286 en 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 betreffende de bekendmaking van besluiten en artikel 330 betreffende de melding van besluiten aan de toezichthoudende overheid.
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 1 oktober 2009 houdende de vaststelling van de deontologische code voor raadsleden wordt opgeheven.
De deontologische code voor de raad voor maatschappelijk welzijn wordt opnieuw vastgesteld zoals opgenomen in dit besluit.
Dit reglement treedt in werking conform artikel 288 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Tijdens de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 februari 2025 werd reeds goedkeuring gegeven over de agendapunten en het vaststellen van het mandaat voor de bijzondere algemene vergadering met datum 27 maart 2025. Daarna werd de datum gewijzigd naar 31 maart 2025 (met dezelfde agenda).
Er wordt tevens gevraagd om de gezamelijke voordrachtlijst van 15 kandidaat-bestuurders goed te keuren.
Het is belangrijk dat de deelnemers van Cipal ook tijdens deze legislatuur beroep kunnen doen op de in-house-uitzondering en derhalve opdrachten kunnen toevertrouwen aan Cipal/C-smart (bv. inzake GAS- en informatieveiligheidsdienstverlening) zonder dat de formele aanbestedingsprocedure moet worden gevoerd.
De in-house-uitzondering houdt onder meer in dat er sprake moet zijn van een ‘gezamenlijke controle’, hetgeen concreet betekent dat de besluitvormingsorganen van Cipal moeten worden samengesteld uit vertegenwoordigers van alle deelnemers waarbij individuele vertegenwoordigers verscheidene of alle deelnemers kunnen vertegenwoordigen.
Gezamenlijke voordrachtlijst van 15 kandidaat-bestuurders (*)
(*) Indien één van de namens CD&V voorgedragen kandidaten zijn mandaat niet zou kunnen opnemen, zal deze persoon vervangen worden door burgemeester Walter Horemans van Berlaar.
Indien één van de namens N-VA voorgedragen kandidaten zijn mandaat niet zou kunnen opnemen, zal deze persoon vervangen worden door schepen Niels Vermeulen van Laakdal.
Deze gezamenlijke voordrachtlijst kwam tot stand na een uitgebreide consultatie- en overlegronde door de uittredende voorzitter van Cipal.
Bij de opmaak van deze gezamenlijke voordrachtlijst werd onder meer rekening gehouden werd met de decretale en statutaire bepalingen, geografische verdeling, bevolkingscijfers (inwonersaantallen van de aangesloten gemeenten), politieke verdeling (systeem D’Hondt), genderratio, continuïteit/vernieuwing binnen de raad van bestuur.
Er zijn geen bezwaren voorhanden om goedkeuring van de voordrachtslijst te weigeren.
De statuten van Cipal dv.
Artikel 77 en 78 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 inzake de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikelen 388 t.e.m. 473 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 betreffende de intergemeentelijke samenwerking.
Artikel 432 3de lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
Artikel 30 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten dat de voorwaarden m.b.t. de toepassing van de in-house-uitzondering bepaalt.
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 februari 2025 inzake de aanduiding van de vertegenwoordigers voor Cipal dv.
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 februari 2025 inzake de goedkeuring van de agenda en het vaststellen van het mandaat voor de bijzondere algemene vergadering van 27 maart 2025.
Er wordt kennisgenomen van de wijziging van datum van de bijzondere algemene vergadering van Cipal dv van 27 maart 2025 naar 31 maart 2025 om 17u00.
De gezamenlijke voordrachtlijst van 15 kandidaat-bestuurders (met inbegrip van de twee 'reservekandidaten') wordt goedgekeurd:
Reservekandidaten:
Uit de lijst van 15 kandidaat-bestuurders wordt volgende individuele vertegenwoordiger aangeduid: Nies Peter, wnd. burgemeester Kinrooi.
De vertegenwoordiger van het OCMW in de algemene vergadering wordt gemandateerd om op de bijzondere algemene vergadering van Cipal van 31 maart 2025 te handelen en te beslissen conform dit besluit. Indien deze algemene vergadering niet geldig zou kunnen beraadslagen of indien deze algemene vergadering om welke reden dan ook zou worden verdaagd, dan blijft de vertegenwoordiger van de gemeente gemachtigd om deel te nemen aan elke volgende vergadering met dezelfde agenda.