Terug
Gepubliceerd op 23/12/2022

2022_GR_00098 - Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0: toetreding - Goedkeuring

Gemeenteraad
do 24/11/2022 - 20:00 Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Stijn Van Baelen, Burgemeester -voorzitter; Erik Vanmierlo, Schepen; Jan Verjans, Schepen; Lieve Theuwissen, Schepen; Bert Schelmans, Schepen; Marc Vanherk, Schepen; Ann Bernaerts, Raadslid; Mia Croonen, Raadslid; Mathieu Damen, Raadslid; Geertje Das, Raadslid; Sylvia Dries, Raadslid; Toon Geusens, Raadslid; Nicole Ketelbuters, Raadslid; Luc Martens, Raadslid; Guido Schonkeren, Raadslid; Friedo Steensels, Raadslid; Jos Vanmontfort, Raadslid; Sara Vrolix, Raadslid; Lieve Willems, Raadslid; Tom Wertelaers, Raadslid; Ann Vande Weyer, Raadslid; Pieter Schuurmans, Raadslid; Anja Smids, Raadslid; Eddie Brebels, Algemeen directeur

Secretaris

Eddie Brebels, Algemeen directeur

Stemming op het agendapunt

2022_GR_00098 - Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0: toetreding - Goedkeuring

Aanwezig

Stijn Van Baelen, Erik Vanmierlo, Jan Verjans, Lieve Theuwissen, Bert Schelmans, Marc Vanherk, Ann Bernaerts, Mia Croonen, Mathieu Damen, Geertje Das, Sylvia Dries, Toon Geusens, Nicole Ketelbuters, Luc Martens, Guido Schonkeren, Friedo Steensels, Jos Vanmontfort, Sara Vrolix, Lieve Willems, Tom Wertelaers, Ann Vande Weyer, Pieter Schuurmans, Anja Smids, Eddie Brebels
Stemmen voor 23
Guido Schonkeren, Anja Smids, Tom Wertelaers, Pieter Schuurmans, Stijn Van Baelen, Lieve Theuwissen, Geertje Das, Sylvia Dries, Toon Geusens, Friedo Steensels, Luc Martens, Ann Bernaerts, Sara Vrolix, Mia Croonen, Marc Vanherk, Erik Vanmierlo, Mathieu Damen, Nicole Ketelbuters, Bert Schelmans, Jos Vanmontfort, Lieve Willems, Jan Verjans, Ann Vande Weyer
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2022_GR_00098 - Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0: toetreding - Goedkeuring 2022_GR_00098 - Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0: toetreding - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

293 lokale besturen ondertekenden in het najaar van 2021 het eerste LEKP en gingen zo de samenwerking met de Vlaamse overheid aan om in te zetten op een beter klimaat. Het tweede LEKP werd 8 juli 2022 goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Onder deze versie werden zes doelstellingen vernieuwd met het oog op het versnellen van de transitie.  

Via de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 engageren lokale besturen zich om naast de reeds aangegane engagementen van LEKP 1.0:

  • De doelstelling met betrekking tot CO2-reductie voor eigen gebouwen en technische infrastructuur te verhogen van -40% naar -55% CO2-emissies tegen 2030. De scope van deze doelstelling voor CO2-reductie wordt daarnaast uitgebreid naar eigen mobiliteit;
  • De primaire energiebesparingsdoelstelling aan te scherpen naar -3% per jaar vanaf 2023;
  • Geen principiële schepencollege- of gemeenteraadsbeslissing meer te nemen inzake lokale heffingen op elektriciteitsmasten en sleuven van ELIA;
  • Aanpassingen door te voeren in de streefdoelen onder de 4 werven:
    • Nieuwe uitdaging onder werf 2:
      • 25 fossielvrije renovaties onder de 50 collectieve renovaties per 1.000 wooneenheden tegen 2030.
      • De inwoners van 50 per 1.000 wooneenheden worden uitgenodigd voor een klimaattafel ter bespreking van een wijkgerichte aanpak voor einde 2024
    • Nieuwe uitdaging onder werf 3
      • 1,5 in plaats van 1 (semi-) publieke laadequivalenten per 100 inwoners (99.000 laadpunten (CPE)) tegen 2030.

De Vlaamse overheid engageert zich tot:

  • Territoriaal coördinatorschap door Vlaanderen (VR 2022 2502) voor het Europese Burgemeestersconvenant om o.a. technische en strategische bijstand aan ondertekende gemeenten te verlenen voor de ontwikkeling, uitvoering en monitoring van hun actieplannen voor duurzame energie en klimaat (SECAPS);
  • Het faciliteren van praktijkoplossingen voor een kwalitatieve ruimtelijke implementatie van het LEKP, het benutten van de synergiën tussen de 4 werven en via een werkplatform met 2.0-ondertekenaars gedetecteerde drempels oppakken. De Vlaamse Regering engageert zich voor een frequente opvolging (minstens jaarlijks) per bevoegd beleidsdomein;
  • In plaats van een apart sloopbeleidsplan, kan de renovatiedoelstelling (residentieel en niet-residentieel) worden voorbereid door een geïntegreerde lange termijn lokale renovatiestrategie. Het Netwerk Klimaat van VVSG zal hier een ondersteunende start-analyse voor laten opmaken (timing: begin 2023);
  • Verder bouwend op de start-analyse van het Netwerk Klimaat wordt een ‘Wijkrenovatietool’ aangeboden aan lokale besturen en hun partners om collectieve renovatietrajecten data-gestuurd te concretiseren en op te volgen t.e.m. uitvoering. Deze tool kan een handig instrument zijn om de klimaattafels wijkgericht te organiseren;
  • Versterking van de basisfinanciering van energiehuizen;
  • De invoering van de ‘Mijn VerbouwPremie’ en de ‘Mijn VerbouwLening’  en de versterking van het noodkoopfonds. Zo wordt er gestreefd naar een evenwichtige mix van het activeren van privaat kapitaal door financieringsinstrumenten (premies (waaronder de EPC-labelpremie) en langlopende leningen met incentives voor diepgaande renovaties via het renteloze renovatiekrediet (via banken) of de energielening+ (via energiehuizen)), ontzorging (door energiehuizen en BENOvatiecoaches) en verplichtingen (zoals de niet-residentiële renovatieverplichting vanaf 1/1/22 en residentiële renovatieverplichting vanaf 1/1/23, publieke en overheidsgebouwen moeten een minimaal EPC-label behalen tegen 2028 en alle niet-residentiële gebouwen tegen 2030 );
  • Blijvend in te zetten op het ondersteunen van de lokale besturen bij het realiseren van state of the art fietsinfrastructuur;
  • De noodzaak voor een taxshift tussen de energievectoren (elektriciteitsfactuur verlichten door kosten door te schuiven naar fossiele energiedragers) heeft de Vlaamse Regering principieel ondersteund. Eerste stappen hiertoe zijn ondernomen (opkoop groenestroomcertificaten bij de netbeheerders, schrappen kost openbare verlichting, vergoeding REG-premies via de Vlaamse Veerkrachtmiddelen en de kost voor de minimale levering aardgas). Het blijft desalniettemin de expliciete ambitie van minister Zuhal Demir, en de voltallige Vlaamse Regering, om de inspanningen continu verder te zetten zodat er zoveel mogelijk bijkomende kosten uit de elektriciteitsfactuur worden gehaald. De Vlaamse Regering stelt voor om in samenwerking met de Federale overheid een samenwerkingsovereenkomst uit te werken om een sociaal rechtvaardige taksshift door te voeren van elektriciteit naar de verschillende fossiele energiedragers waarbij gemiddeld de energiekost van huishoudens en ondernemingen niet stijgt. Hierbij wordt gedacht aan oplossingen, zoals een uitzondering op de non bis in idem-wet. Een precedent hiervan vinden we terug in de gehanteerde methode voor de minerale olie. Hiervoor zal overleg worden opgestart met het federale beleidsniveau en rekening gehouden worden met Europese beleidsinitiatieven. VVSG zal frequent op de hoogte worden gehouden. Het is ook in dit kader dat aan de lokale besturen gevraagd wordt de heffing op de ELIA-elektriciteitsmasten af te bouwen, gezien hierdoor ook de elektriciteitsfactuur verlicht wordt met 11 miljoen euro per jaar;
  • Een eenmalige additionele budgettaire impuls voor LEKP 2.0 ondertekenaars van 22,5 miljoen euro voor de aangescherpte ambities van LEKP 2.0 te ondersteunen tijdens deze legislatuur. Deze middelen worden verdeeld als volgt: 8,75 miljoen euro voor 2022, 8,75 miljoen euro voor 2023 en 5 miljoen euro voor 2024. Deze engagementen kunnen binnen de perken van de daarvoor op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voorziene en beschikbare middelen en kunnen aangepast worden in functie van het algemeen begrotingsbeleid.

De effecten van de klimaatverandering worden steeds zichtbaarder en tegelijk ook meer en meer confronterend: de ontregeling van het klimaat vergroot de kans op extreme weersomstandigheden, waaronder ook droogte. We gaan onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen doeltreffend afbouwen en dat opent nieuwe deuren. Een krachtig klimaatbeleid omhelst tal van voordelen voor een inclusieve, economisch florerende en veelzijdige samenleving die het welzijn bevorderd voor ons allen. Het is belangrijk dat we nu de handen uit de mouwen steken om de negatieve gevolgen van de klimaatverandering tegen te gaan. Alleen met zijn allen kunnen we het tij keren. Door creatieve oplossingen aan te reiken en door nog meer mensen ervan bewust te maken dat ook hun acties een deel van de oplossing zijn, kunnen we de noodzakelijke omslag creëren. Laat ons van deze transitie een echte opportuniteit maken.

Verschillende studies tonen aan welke omvang de jobcreatie kan kennen wanneer we de omslag maken naar een circulaire, efficiënte en hernieuwbare economie. De te bewandelen weg is duidelijk én de eerste stappen zijn reeds genomen door talloze bestaande initiatieven en samenwerkingsverbanden. De resultaten van deze acties worden ook steeds zichtbaarder, waardoor iedereen hier verder op kan bouwen. De gewenste systeemverandering is uiteraard meer dan een verzameling van acties, maar een integrale benadering die we met alle overheden samen uitwerken. Draagvlak is goed, maar er is ook urgentie. Dit vraagt een doortastend leiderschap om systematisch de juiste keuzes te maken. De overheid heeft hierin een tweeledige rol: vooreerst is er de eigen voorbeeldfunctie. “Practice what you preach” als zijnde een belangrijke voorwaarde bij het creëren van draagvlak en dit voor alle beleidsvelden en bestuursniveaus in zowel binnen- als buitenland. De oorzaken en gevolgen van klimaatverandering stoppen namelijk niet aan onze bestuurlijke of landelijke grenzen. Daarnaast vraagt en stimuleert de overheid ook de inspanningen van haar eigen burgers en bedrijven. Immers, alleen wanneer we allemaal samenwerken, zullen we in ons opzet slagen.

Het lokale niveau heeft in beide rollen één cruciale troef in handen: haar nabijheid tot burgers en bedrijven. De burgemeesters zijn de vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten die het Pact onderschrijven. Het Vlaamse niveau heeft ook in beide rollen belangrijke troeven in handen: helikopterzicht op de situatie en de mogelijkheid om hefbomen in werking te zetten of met andere beleidsniveaus hierover in overleg te gaan.

In de beleidsplannen van de Vlaamse overheid zijn vaak strategische en operationele doelstellingen aanwezig die de Vlaamse overheid aan zichzelf, maar evengoed aan de lokale besturen duidt en indien nodig oplegt. Dat is bijvoorbeeld zo in de strategische visie Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (meer doen met dezelfde of minder ruimte), het Vlaams Energie- en Klimaatplan, de Lange Termijn Renovatiestrategie en in het droogte- en waterplan (Blue Deal). Op lokaal niveau vormt het Europees burgemeestersconvenant 2020 resp. 2030 het meest bekende instrument in functie van klimaat en energie, waarbij (in de actuele situatie) een CO2-reductie van 20% resp. 40% per gemeente wordt beoogd alsook de opmaak van een klimaatadaptatie- en energie armoedestrategie.

Dit pact beoogt een partnerschap tussen het Vlaamse en lokale niveau op te zetten. Een partnerschap dat in dienst staat van het realiseren van de reeds bestaande doelstellingen binnen de diverse Vlaamse beleidsplannen. De doelstellingen zijn zo geformuleerd dat elke burger en bedrijf zich er iets bij kan voorstellen en onmiddellijk weet welke bijdrage hij/zij daar zelf aan kan leveren (bv. dankzij een groepsaankoop, kan ik goedkoop een streekeigen haag rond mijn tuin aanplanten; dankzij de aanwezigheid van een elektrisch deelsysteem, kan ik de noodzaak aan een 1e of 2de wagen heroverwegen; door de hulp van een Benovatiecoach en bedrijven die ontzorging bij renovatie hoog in het vaandel dragen, ga ik nu wel over tot de renovatie van mijn woonst). Elk lokaal bestuur vult zelf in hoe hiermee aan de slag wordt gegaan. Dit kan zowel vanuit de eigen voorbeeldfunctie als vanuit de participatieve functie die een lokaal bestuur ten aanzien van haar burgers en bedrijven kan ontwikkelen. Uiteraard zullen de acties bijdragen tot winsten in procenten, gigawattuur besparing en megaton uitstootreductie zoals die in het Vlaams Energie en Klimaatplan (2021-2030) staan, maar het is niet voor iedereen altijd even gemakkelijk om te visualiseren wat achter de procenten en de megaton schuilgaat en hoe doelstellingen kunnen worden gehaald.

De gekozen doelstellingen zijn ook zo gekozen dat ze de komende jaren steeds zichtbaarder zullen worden in het straatbeeld en van daaruit een groter hefboomeffect zullen hebben op de aanvaarding van nieuwe en schonere technologieën. De doelstellingen focussen daarbij op de toepassing binnen de eigen omgeving: in de eigen woning of tuin, in de eigen straat, de eigen wijk, het bedrijfs- of bedrijventerrein, de eigen gemeente en eventuele omliggende steden en gemeenten. Naast deze gezamenlijke basis, staat het elk bestuur vrij om zelf nog verder te gaan of om samen met andere gemeenten aan de slag te gaan in functie van schaalvoordelen en een kostenefficiënte realisatie van de eigen doelstellingen. Klimaat stopt sowieso niet aan de grenzen van het gemeentelijk grondgebied. Samenwerking kan bv. interessant zijn als in mijn gemeente de behoefte aan extra elektrische deelsystemen groter is dan vooropgesteld en de ruimte voor het planten van bomen tegelijk beperkt is. In mijn buur- of nabij gelegen gemeente(n) kan dit net omgekeerd zijn. Een doelstelling van de vier werven die in de ene gemeente zo praktisch onmogelijk lijkt, kan door samenwerking met een aangrenzende gemeente veel kostenefficiënter en dus tevens vlotter haalbaar zijn. Er bestaan al verschillende doeltreffende voorbeelden van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden zoals intercommunales die zich richten op het uitrollen van lokale klimaatacties.

Door de ondertekening van het Pact zullen de lokale besturen de globale doelstellingen helpen verwezenlijken zoals opgenomen in het Burgemeestersconvenant 2030, het Vlaams Regeerakkoord 2019-2024, de Lange Termijn Renovatiestrategie 2050 en de doelstellingen uit het Vlaams Energie- en Klimaatplan. De Vlaamse overheid engageert zich om bv. via het Netwerk Klimaat hierbij te faciliteren en te ondersteunen. Dit bijvoorbeeld door het wegwerken van allerhande hindernissen die de realisatie van doelstellingen en acties in de weg staan. Lokale besturen hoeven deze uitdagingen ook niet alleen aan te gaan. Zowel in het kader van de opvolging van de Lokale Klimaattafels als bij de werking van het Netwerk Klimaat, heeft de Vlaamse overheid middelen vrijgemaakt om projecten mee te helpen realiseren en uit te dragen. Vanuit deze hands on aanpak kan zij tegelijk ook de vinger aan de pols houden en concrete oplossingen aanreiken. De VVSG is in de beide initiatieven de begeleidende partner.

Bocholt zal net als andere Vlaamse gemeenten en lokale overheden gevraagd worden de broeikasgassen voor eigen gebouwen, technische infrastructuur en eigen mobiliteit met 55% te reduceren in 2030 ten opzichte van 2015 en vanaf 2020 per jaar een energiebesparing realiseren van 3% op het energieverbruik van hun gebouwenpark. Wereldwijd leidt de uitstoot van broeikasgassen tot een opwarming van de aarde met klimaatverandering tot gevolg. De gevolgen van klimaatverandering worden steeds meer duidelijk via extremere weersomstandigheden. Een lokale overheid is direct en indirect mee verantwoordelijk voor de broeikasgasemissies als gevolg van het gebruik van energie in het kader van menselijke activiteiten. 

Het is wenselijk dat de gemeente Bocholt het Lokaal Energie-en Kimaatpact 2.0 ondertekent en mogelijke klimaatacties uitvoert. Bijgevolg heeft de gemeente recht op financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid..

De eenmalige additionele budgettaire impuls voor LEKP 2.0 ondertekenaars van 22,5 miljoen euro voor de aangescherpte ambities van LEKP 2.0 te ondersteunen tijdens deze legislatuur worden als volgt verdeeld: 8,75 miljoen euro voor 2022, 8,75 miljoen euro voor 2023 en 5 miljoen euro voor 2024. Deze engagementen kunnen binnen de perken van de daarvoor op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voorziene en beschikbare middelen en kunnen aangepast worden in functie van het algemeen begrotingsbeleid.

De bijkomende subsidie wordt naar analogie van LEKP 1.0 verdeeld als trekkingsrecht op basis van de inwonersaantallen (4/5) en de criteria van het gemeentefonds (1/5) en zou 16.397,00 euro bedragen. De definitieve bedragen, op basis van het aantal deelnemende gemeenten, worden uiterlijk 16 januari 2023 bekendgemaakt. De totale uitgaven voor klimaatacties dienen minstens het dubbele van de verkregen subsidie te bedragen (cofinanciering).  Dit dient aangetoond te worden via de jaarrekening (BBC codering).

Uiterlijk op 5 december 2022 bezorgt de gemeente Bocholt de gemeenteraadsbeslissing tot ondertekening van het Lokaal Energie en Klimaatpact 2.0 via het Loket voor Lokale Besturen aan het Agentschap Binnenlands Bestuur. De gemeente kiest zelf welke acties ondernomen worden. De gemeente wordt in navolging hiervan niet aangesproken op het al dan niet behalen van de doelstelling, het gaat over een inspanningsverbintenis.

Er is een jaarlijks opvolgmoment om de gerealiseerde klimaatacties te kunnen opvolgen. De gemeente bezorgt uiterlijk op 1 maart 2024 een rapportering over de voortgang van het Lokaal Energie- en Klimaatpact, nadat die aan de gemeenteraad is voorgelegd. Een rapport uit het Pactportaal dient als basis voor de besprekingen. De gemeente rapporteert daarnaast over de uitgaven die gebeurd zijn voor de subsidie onder zowel LEKP 1.0 als 2.0 door ze in de jaarrekening te koppelen aan de code ABB-LEKP-20XX.

Juridische grond

De internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.

Het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken.

Het gemeentelijk klimaatactieplan (2020).

Het ondertekenen door de gemeente Bocholt van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen.

Het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030.

Het Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019-2024:Ook de Vlaamse en lokale overheden nemen hun verantwoordelijkheid en geven het goede voorbeeld. Net zoals de Vlaamse Overheid zullen gemeenten, steden, intercommunales, OCMW’s, provincies en autonome gemeentebedrijven worden gevraagd dat zij hun broeikasgassen met 40% reduceren in 2030 ten opzichte van 2015 en vanaf 2020 per jaar een energiebesparing van 2,09% realiseren op het energieverbruik van hun gebouwenpark (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed).

Het Lokaal Energie- en Klimaatpact van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 4 juni 2021 aangaande het verbintenissen engagement inzake de algemene engagementen en de vier werven behoudend 16 specifieke doelstellingen. Ter goedkeuring beslist op de gemeenteraad van 27 oktober 2021.

Het ‘FIT for 55’-pakket van de Europese Commissie waardoor Europese regelgeving in overeenstemming wordt gebracht met de doelstelling van de Europese Unie om in 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Met als gevolg de visienota van de Vlaamse Regering van 5 november 2021 ‘Bijkomende maatregelen Klimaat’ met een extra pakket aan maatregelen voor een reductie van 40% broeikasgasuitstoot (ten opzichte van 2005) voor de sectoren transport, bouw, landbouw, afval en industrie.

Op 8 juli 2022 keurde de Vlaamse Regering de toekenning van een subsidie aan de Vlaamse gemeenten voor klimaatacties ter uitvoering van het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2022 goed.

Art. 2 van het Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de toetreding tot het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0, zoals gehecht aan dit besluit, goed.