De BBC-regelgeving is niet alleen van toepassing op de kernbesturen (gemeenten, OCMW’s) maar ook op hun publiekrechtelijk verzelfstandigde entiteiten. Toch zijn bepaalde elementen van de BBC-regelgeving niet, of minder, op hen van toepassing. Hieronder valt ondermeer:
Bij gemeenteraadsbeslissing van 26 juni 2008 werden de oprichting en de statuten van het autonoom gemeentebedrijf Bocholt, afgekort AGB Bocholt, goedgekeurd. Op 9 oktober 2008 kwam de goedkeuring van deze gemeenteraadsbeslissing door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering.
Bij besluit van de raad van bestuur en van de gemeenteraad van 25 maart 2021 werd overgegaan tot goedkeuring van de recentste wijziging van de statuten van AGB Bocholt. In de zittingen van 19 december 2019 werden de recentste versies van de algemene en bijzondere beheersovereenkomsten goedgekeurd.
AGB Bocholt ageert binnen de krijtlijnen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 231 tem 244 die handelen over het autonoom gemeentebedrijf.
De huidige BBC-regelgeving staat in:
De omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 brengt de essentiële punten voor de opmaak van de meerjarenplannen 2020-2025 onder de aandacht. De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 behandelt de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025.
Aanpassing 3 van meerjarenplan 2020-2025 van AGB Bocholt, omvattende zowel de aanpassing van de kredieten van het lopende jaar alsook de vaststelling van de kredieten van het volgende jaar, wordt goedgekeurd.
De BBC-regelgeving bepaalt dat een bestuur (gemeente en OCMW) financieel in evenwicht is als het meerjarenplan, of de aanpassing ervan, voldoet aan twee normen:
Voorgelegde aanpassing van het meerjarenplan van gemeente en OCMW voldoet aan deze vereisten.
De huidige BBC-regelgeving staat in:
De omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 brengt de essentiële punten voor de opmaak van de meerjarenplannen 2020-2025 onder de aandacht. De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 behandelt de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025.
De vaststelling van het meerjarenplan alsook de aanpassing er aan behoort tot de voorbehouden bevoegdheid van de raad (decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41, 3° en artikel 78, 4°).
De gemeenten en OCMW’s hebben een geïntegreerd meerjarenplan maar hebben eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het meerjarenplan of de aanpassing er aan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld. Anders gezegd:
Het gemeentelijk deel van aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 van gemeente/OCMW Bocholt, omvattende zowel de aanpassing van de kredieten van het lopende jaar alsook de vaststelling van de kredieten van het volgende jaar, wordt vastgesteld.
De BBC-regelgeving bepaalt dat een bestuur (gemeente en OCMW) financieel in evenwicht is als het meerjarenplan, of de aanpassing ervan, voldoet aan twee normen:
Voorgelegde aanpassing van het meerjarenplan van gemeente en OCMW voldoet aan deze vereisten.
De huidige BBC-regelgeving staat in:
De omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 brengt de essentiële punten voor de opmaak van de meerjarenplannen 2020-2025 onder de aandacht. De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 behandelt de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025.
De vaststelling van het meerjarenplan alsook de aanpassing er aan behoort tot de voorbehouden bevoegdheid van de raad (decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41, 3° en artikel 78, 4°).
De gemeenten en OCMW’s hebben een geïntegreerd meerjarenplan maar hebben eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het meerjarenplan of de aanpassing er aan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het meerjarenplan definitief is vastgesteld. Anders gezegd:
Het OCMW-deel van aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 van gemeente/OCMW Bocholt, omvattende zowel de aanpassing van de kredieten van het lopende jaar alsook de vaststelling van de kredieten van het volgende jaar, wordt goedgekeurd waardoor aanpassing 3 van het meerjarenplan gemeente/OCMW Bocholt definitief is vastgesteld.
Vertrekkende van de beschikbare informatie betreffende inkomsten en uitgaven, werd een raming van de prijssubsidiefactor voor 2023 uitgevoerd. Het blijkt dat, op basis daarvan, een factor van 38,53 bekomen wordt.
Bij gemeenteraadsbeslissing van 26 juni 2008 werden de oprichting en de statuten van het autonoom gemeentebedrijf Bocholt, afgekort AGB Bocholt, goedgekeurd. Op 9 oktober 2008 kwam de goedkeuring van deze gemeenteraadsbeslissing door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering.
Bij besluit van de raad van bestuur en van de gemeenteraad van 25 maart 2021 werd overgegaan tot goedkeuring van de recentste wijziging van de statuten van AGB Bocholt. In de zittingen van 19 december 2019 werden de recentste versies van de algemene en bijzondere beheersovereenkomsten goedgekeurd.
Overeenkomstig artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 stelt de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vast.
AGB Bocholt ageert binnen de krijtlijnen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 231 tem 244 die handelen over het autonoom gemeentebedrijf.
Artikels 285 tot en met 288 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 inzake de bekendmaking van besluiten en de inwerkingtreding van reglementen.
Het reglement “Prijssubsidies toegangs- en inschrijvingsgelden AGB Bocholt” wordt vanaf 1 januari 2023 vastgesteld zoals opgenomen in dit besluit.
Het reglement “Prijssubsidies toegangs- en inschrijvingsgelden AGB Bocholt”, houdende de vaststelling van de factor voor de berekening van de prijssubsidies op 28,76 en goedgekeurd door de gemeenteraad van 16 december 2021, wordt opgeheven per 1 januari 2023.
In de actualisatie van de Code werd meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP... gevraagd.
Daarbij is het ook billijk dat in het kader van de hinder die de werken voor de gemeenten met zich meebrengen er een retributie op geheven wordt.
De mogelijkheid om bij de distributienetbeheerder de betaling te verkrijgen van een gemeentelijk opgelegde retributieheffing vindt zijn grondslag in het artikel 8 bis van de statuten van de distributienetbeheerder. Er is eveneens voorzien dat de distributienetbeheerder aan haar vennoten alle informatie ter beschikking zal stellen die noodzakelijk is om de belasting of retributie te heffen.
Het huidige retributiereglement, vastgesteld door de gemeenteraad op 24 november 2019 is geldig tot 31 december 2022.Het retributiereglement dient vernieuwd te worden voor de periode 2023-2024-2025.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt meer in het bijzonder in artikel 40 §3 en artikel 41 2° en 14° dat het de gemeenteraad is die bevoegd is voor het vaststellen van retributiereglementen.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt meer in het bijzonder in artikel 286 op welke manier retributiereglementen afgekondigd en bekendgemaakt moeten worden.
Het besluit van de gemeenteraad van 28 november 2019 inzake vaststelling retributiereglement voor werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein.
Artikel 56 §1 lid 1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 dat bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voorbereidt.
Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen zijn :
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de stad/gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de stad/gemeente.
Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen € 10,24, voor werken in voetpaden € 7,88 en voor werken in aardewegen € 4,73.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus. Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen.
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van € 1,00 per op het grondgebied van de stad/gemeente aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van € 0,50 per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de stad/gemeente.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de stad/gemeente.
Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
Definitief karakter
Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.
Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 afgekondigd en bekendgemaakt.
Voor het inzamelen van asbestafval aan huis rekent Limburg.Net een vergoeding aan. De aanbieding door een natuurlijk persoon, een gemeente en/of een vereniging dient te gebeuren onder de vorm van (platen)zakken, bigbags of via asbestcontainers.
De organisatie van de dienstverlening kadert in het versneld asbestafbouwbeleid zoals uitgewerkt door de OVAM dat streeft naar een versnelling in de afbouw van alle risicovolle asbesthoudende materialen uit onze leefomgeving binnen het Vlaamse Gewest.
Het tarievenreglement van Limburg.net dient bekrachtigd te worden door de gemeenteraad.
Artikel 40 §3 en artikel 41 tweede lid 2° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepalen dat het de gemeenteraad is die de gemeentelijke reglementen vaststelt.
Artikel 288 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt de wijze waarop en de termijn waarin een reglement in werking treedt.
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (hierna het Materialendecreet genoemd), inzonderheid afdeling 3 van hoofdstuk 3 huishoudelijke afvalstoffen, artikel 26 tot en met artikel 28.
Het besluit van 17 februari 2012 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (hierna het VLAREMA genoemd) en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2016 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan Huishoudelijk Afval en Gelijkaardig Bedrijfsafval.
Het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval (hierna het Interregionaal Samenwerkingsakkoord verpakkingsafval genoemd).
De beheersoverdracht die de gemeente heeft verleend aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband Limburg.net.
Het beheer van het recyclagepark voor de gemeente volledig wordt uitgebaat door Limburg.net.
De vaststelling door de raad van bestuur d.d. 16 december 2021 van Limburg.net van het tarievenreglement voor alle Limburg.net- parken (eenvormig) en dat de betrokken gemeenten dit ter bekrachtiging voorleggen aan hun gemeenteraad.
Het 'Reglement betreffende het tarief voor het inzamelen van asbestafval aan huis via (platen)zakken, bigbags of via asbestcontainers' van Limburg.net wordt bekrachtigd zoals opgenomen in dit besluit.
Voor het brengen van huishoudelijke afvalstoffen naar de door Limburg.net beheerde recyclageparken rekent Limburg.net een rechtstreekse vergoeding (tarief) aan de bezoeker van het recyclagepark.
Een tarief kan enkel aangerekend worden voor de huishoudelijke afvalstoffen die niet vallen onder de belaste basisdienst en de contantbelastingen zoals vastgesteld in het reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2021.
De tarieven die de bezoeker aan Limburg.net betaalt zijn een rechtstreekse vergoeding ten behoeve van Limburg.net en geen belasting ten behoeve van de gemeente.
Het huidig reglement bepaalt ook wie toegang heeft tot de Limburg.net-parken, evenals de wijze van aanrekening van de toegangsbadge en van de geldende tarieven.
Omwille van gewijzigde verkoopprijzen van compostvat en -bak dient het tariefreglement aangepast en opnieuw bekrachtigd te worden.
Artikel 40 §3 en artikel 41 tweede lid 2° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepalen dat het de gemeenteraad is die de gemeentelijke reglementen vaststelt.
Artikel 288 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt de wijze waarop en de termijn waarin een reglement in werking treedt.
Zijn verder van toepassing:
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (hierna het Materialendecreet genoemd), inzonderheid afdeling 3 van hoofdstuk 3 huishoudelijke afvalstoffen, artikel 26 tot en met artikel 28;
Het besluit van 17 februari 2012 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (hierna het VLAREMA genoemd) en latere wijzigingen;
Het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2016 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan Huishoudelijk Afval en Gelijkaardig Bedrijfsafval;
Het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval (hierna het Interregionaal Samenwerkingsakkoord verpakkingsafval genoemd);
De beheersoverdracht die de gemeente heeft verleend aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband Limburg.net;
Het beheer van het recyclagepark voor de gemeente volledig wordt uitgebaat door Limburg.net;
De vaststelling door de raad van bestuur d.d. 26 oktober 2022 van Limburg.net van het tarievenreglement voor alle Limburg.net- parken (eenvormig) en dat de betrokken gemeenten dit ter bekrachtiging voorleggen aan hun gemeenteraad.
Het 'Reglement betreffende de tarieven op aanvoer van afvalstoffen aan de geautomatiseerde recyclageparken van LIMBURG.NET' wordt bekrachtigd zoals opgenomen in dit besluit.