De aanwerving kan voor 50% opgevangen worden met het eerdere loonbudget van de pensioendeskundige. De overige 50% van de loonkost is een gedeeltelijke voorafname op de vervanging van een maatschappelijk werker van de dienst Thuishulp (50% vergeleken met de 75%-tewerkstelling) die medio 2022 op pensioen gaat en kan mogelijk voor het merendeel opgevangen worden met 'overschotten' op het respectievelijke beleidsveld. Of dit voldoende is, kan pas tegen het einde van het boekjaar bepaald worden.
Omwille van omstandigheden (interne procedure welzijnspromotor, handelen n.a.v. toekennen 50% sociale maribel) mag niet vergeten worden dat op de raad van maatschappelijk welzijn van 19 december 2019 de thuiszorgtussenkomsten vanwege het OCMW opgeheven zijn per 1 januari 2020. Er werd daarbij beslist om het budget van de thuiszorgvoordelen ten behoeve van de Bocholter senioren als zorgregisseur te herbestemmen. De totale budgetten voor de OCMW-thuiszorgvoordelen bedroegen in 2019 € 45.530,00.
In het budget 2021 van de dienst Thuishulp werd dit als volgt voorgelegd:
Ondertussen is het niet volledig duidelijk of de welzijnspromotor met de nodige aandacht voor de Bocholter senioren zal kunnen opereren. Momenteel is het beleid nog aan het overwegen of de welzijnspromotor vooral ingezet gaat worden op de beleidsoptie 'Beleving' dan wel 'Sociale dienstverlening'. Een relatief groot budget van de dienst Thuishulp (de vroegere thuiszorg-tussenkomsten) is evenwel reeds ingezet op de betaling van de wedde van de welzijnspromotor.
Dit neemt niet weg dat de raad voor maatschappelijk welzijn groen licht dient te geven voor de gevraagde 100%-aanwerving op de dienst Thuishulp in 2021. Het is wettelijk gezien niet meer verplicht om binnen de 'gemeentelijke bijdrage' te blijven voor wat betreft de OCMW-uitgaven. Het beleid beslist of er geïnvesteerd wordt in deze aanwerving, al dan niet met een budgettaire verschuiving of aanpassing van het MJP.
Uitgaande van de toezegging van een 100%-aanwerving op de dienst Thuishulp wordt vanwege de dringendheid en de gewenste ervaring vooropgesteld:
Het nog van kracht zijnde artikel 1 van de OCMW-wet van 8 juli 1976 bepaalt dat elke persoon recht heeft op maatschappelijke dienstverlening die als doel heeft iedere inwoner in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Het OCMW verbindt zich om maximaal de rechten op inkomen (i.c. de pensioenuitkering) te waarborgen door onder meer alle kanalen aan te boren om dit inkomen te verwerven.
De bestaande rechtspositieregeling van het OCMW-personeel vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 6 december 2018.
Artikel 77 en 78 bepalen de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 78 §2 4° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 stipuleert dat de raad voor maatschappelijk welzijn steeds bevoegd blijft voor het vaststellen van de beleidsrapporten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 249. Deze bevoegdheid kan niet worden toevertrouwd aan het vast bureau.
Artikel 78 §2 9° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 stipuleert dat de raad voor maatschappelijk welzijn moet vaststellen wat verstaan moet worden onder het begrip 'dagelijks bestuur.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurde in zitting van 30 januari 2020 het besluit goed betreffende de 'vaststelling begrip dagelijks bestuur, budgethouderschap en vrijstelling van visumverplichting'.
Concreet omvat het dagelijks bestuur onder andere alle beheersdaden waarvan de financiële impact voorzien is in het meerjarenplan, die het bestuur al dan niet voor meerdere jaren verbinden, en waarvan de geraamde waarde niet groter is dan het drempelbedrag van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking (vastgesteld bij ministerieel besluit van 20 december 2019 in uitvoering van artikel 11, 2° en artikel 90, 1° en 2° van het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren van 18 april 2017), momenteel € 139.000,00 exclusief btw. Het bedrag dat hiervoor in aanmerking wordt genomen, wordt berekend over de volledige looptijd van de overeenkomst. Voor overeenkomsten van bepaalde duur die stilzwijgend verlengbaar zijn of overeenkomsten van onbepaalde duur wordt de opdrachtwaarde berekend over 48 maanden.
Het budgethouderschap voor aangelegenheden van dagelijks bestuur wordt gedelegeerd aan de algemeen directeur en budgethouders zoals gestipuleerd in het afzonderlijk besluit betreffende het budgethouderschap. Deze delegatie betreft zowel exploitatie- als investeringsuitgaven tot een bedrag van € 2.500,00 excl. BTW.
Artikel 249 §1 van het decreet lokaal bestuur definieert als beleidsrapporten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening en stipuleert dat de beleidsrapporten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een geïntegreerd geheel vormen.
Concreet: pas op het einde van 2021 kan geweten zijn of deze extra aanwerving van 50% (als voorafname op het pensioen van een maatschappelijk werker) kan opgevangen worden met budgettaire verschuivingen op het beleidsveld. Indien de budgettaire verschuivingen niet voldoende blijken, dient er een aanpassing van het meerjarenplan te gebeuren. Deze eventuele beheersdaad met financiële impact is niet voorzien in het meerjarenplan en is de aanleiding om dit dossier voor te leggen aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met de 100%-aanwerving op de dienst Thuishulp, dit voor 50% voor de vervanging van de pensioenambtenaar en voor de overige 50% als voorafname op de pensionering medio 2022 van een maatschappelijk werker van de dient Thuishulp en dit om de back-up van de dienst te garanderen. Desgevallend zullen, via aanpassing meerjarenplan, de bijkomend vereiste kredieten ingeschreven worden.
De procedure is als volgt:
De personeelsdienst wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.