Artikel 21 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat gemeenteraadsleden uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering van de gemeenteraad punten aan de agenda kunnen toevoegen. De gemeenteraadsleden bezorgen daarvoor hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad.
Ook in artikel 3 van het huishoudelijk reglement, goedgekeurd door de gemeenteraad op heden, wordt dit principe bevestigd.
Artikel 40 § 3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is om gemeentelijke reglementen vast te stellen. Dit wordt nog eens bevestigd in artikel 41 tweede lid 2° van hetzelfde decreet. Tenslotte bepaalt ook artikel 41 tweede lid 23° dat de gemeenteraad bevoegd is om subsidiereglementen vast te stellen.
Raadslid Ann Bernaerts stelt voor:
"Naar aanleiding van de nog steeds geldende maatregelen ter bestrijding van de corona-pandemie wenst het gemeentebestuur de organisaties, verenigingen, instellingen en andere rechtspersonen een extra steun in de rug te geven, die nog steeds geen gebruik kunnen maken van de infrastructuur die ze van de gemeente huren of in concessie hebben of via een andere formule in gebruik hebben, waardoor ze geen of onvoldoende werking kunnen opzetten en bijgevolg geen inkomsten kunnen verwerven.
Het lijkt dan ook niet meer dan billijk om deze organisaties, verenigingen, instellingen en andere rechtspersonen vrijstelling te geven voor de verschuldigde vergoedingen van januari tot en met april 2021. Dit komt neer op een korting van 4/12de op het verschuldigde jaarbedrag van 2021."In het kader van de aanhoudende crisis ten gevolge van de corona-pandemie kent de gemeenteraad alle organisaties, verenigingen, instellingen en alle andere rechtspersonen die gemeentelijke infrastructuur huren, in concessie, erfpacht of recht van opstal hebben en geen gebruik kunnen maken van de infrastructuur door de opgelegde corona-maatregelen, waardoor ze geen of onvoldoende werking kunnen opzetten en bijgevolg geen inkomsten kunnen verwerven, een korting toe van 4/12de van het volledige verschuldigde jaarbedrag in 2021.
Het college van Burgemeester en schepenen engageert er zich toe om de situatie ingevolge de coronacrises goed op te volgen en te onderzoeken, ten einde desgevallend bijkomende maatregelen en/of kortingen voor 2021 desbetreffend toe te staan.