Het einde van de coronacrisis en de bijhorende maatregelen is nog niet in zicht.
Sinds het in voege treden van het reglement werden de crisismaatregelen verstrengd waardoor activiteiten en evenementen in het najaar van 2020 en het voorjaar van 2021 amper mogelijk waren. Er werden dan ook maar vijf subsidieaanvragen ingediend in diezelfde periode. Slechts twee projecten werden volledig afgerond en kregen een subsidie uitgekeerd. Drie projecten werden vroegtijdig afgebroken vanwege de verstrengde maatregelen. Bij twee van deze drie konden de gemaakte kosten teruggevorderd worden.
Artikel 40 § 3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is om gemeentelijke reglementen vast te stellen. Dit wordt nog eens bevestigd in artikel 41 tweede lid 2° van hetzelfde decreet. Tenslotte bepaalt ook artikel 41 tweede lid 23° dat de gemeenteraad bevoegd is om subsidiereglementen vast te stellen.
De bepalingen van het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact die vooral de gelijkberechtiging van alle erkende verenigingen garanderen.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.
Het besluit van de gemeenteraad van 27 augustus 2020: coronacrisis - reglement impulssubsidie - goedkeuring.
De gemeenteraad keurt een verlenging van het subsidiereglement 'Impulssubsidie' tot en met 31 december 2021, zoals opgenomen in dit besluit, goed.
Het college wordt belast met de praktische uitvoering van dit besluit.
Naar aanleiding van de nog steeds geldende maatregelen ter bestrijding van de corona-pandemie wenst het gemeentebestuur de organisaties, verenigingen, instellingen en andere rechtspersonen een extra steun in de rug te geven, die nog steeds geen gebruik kunnen maken van de infrastructuur die ze van de gemeente huren of in concessie hebben of via een andere formule in gebruik hebben, waardoor ze geen of onvoldoende werking kunnen opzetten en bijgevolg geen inkomsten kunnen verwerven.
Het lijkt dan ook niet meer dan billijk om deze organisaties, verenigingen, instellingen en andere rechtspersonen vrijstelling te geven voor de verschuldigde vergoedingen van mei tot en met augustus 2021. Dit komt neer op een extra korting van 4/12de op het verschuldigde jaarbedrag van 2021. Deze korting komt bovenop de korting van 4/12de op het verschuldigde jaarbedrag van 2021, die reeds toegekend werd door de gemeenteraad in zitting van 25 februari 2021.Artikel 40 § 3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is om gemeentelijke reglementen vast te stellen. Dit wordt nog eens bevestigd in artikel 41 tweede lid 2° van hetzelfde decreet. Tenslotte bepaalt ook artikel 41 tweede lid 23° dat de gemeenteraad bevoegd is om subsidiereglementen vast te stellen.
In het kader van de aanhoudende crisis ten gevolge van de corona-pandemie kent de gemeenteraad alle organisaties, verenigingen, instellingen en alle andere rechtspersonen die gemeentelijke infrastructuur huren, in concessie, erfpacht of recht van opstal hebben en onvolledig gebruik kunnen maken van de infrastructuur door de opgelegde corona-maatregelen, waardoor ze geen of onvoldoende werking kunnen opzetten en bijgevolg minder inkomsten kunnen verwerven, een bijkomende korting toe van 4/12de van het volledige verschuldigde jaarbedrag in 2021, bovenop de korting van 4/12de van de jaarlijkse vergoeding in 2021 die reeds werd toegekend door de gemeenteraad van 25 februari 2021.
Het college van Burgemeester en schepenen wordt ermee belast om de situatie ingevolge de coronacrises goed op te volgen en te onderzoeken, ten einde desgevallend bijkomende maatregelen en/of kortingen voor 2021 desbetreffend toe te staan.
Omdat verenigingen door het gebrek aan activiteiten die geld in het laatje kunnen brengen, hun werking onvoldoende kunnen uitbouwen, wenst de gemeente door de jaarlijkse subsidies vroeger uit te betalen de verenigingen naast de huurvrijstellingen en de geplande extra subsidies een steuntje in de rug te geven.
Daarom wenst het gemeentebestuur voor de subsidieperiode 2020-2021, los van de georganiseerde activiteiten en los van het aantal leden dezelfde subsidies uit te keren als in 2018- 2019. Het bestuur wenst dit ook tijdig te doen zodat de verenigingen wat financiële ademruimte krijgen.
Artikel 40 § 3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is om gemeentelijke reglementen vast te stellen. Dit wordt nog eens bevestigd in artikel 41 tweede lid 2° van hetzelfde decreet. Tenslotte bepaalt ook artikel 41 tweede lid 23° dat de gemeenteraad bevoegd is om subsidiereglementen vast te stellen. Dit betekent ook dat de gemeenteraad bevoegd is om structureel van deze reglementen af te wijken;
Het raadsbesluit van 28 augustus 2014 'toelagen seniorenverenigingen';
Het raadsbesluit van 24 oktober 2019 'toelagen aan jeugdwerkinitiatieven';
Het raadsbesluit van 27 oktober 2016 'toelagen aan erkende sociaal-culturele verenigingen';
Het raadsbesluit van 27 juni 2019 'toelagen aan sportverenigingen'.
In het reglement "Toelagen seniorenverenigingen" worden voor het werkingsjaar 2021 artikels 4 en 5 geschrapt en vervangen door volgend artikel:
Elke seniorenvereniging zal in de maand juni/juli van 2021 zijn jaarlijkse basis- en aanvullende toelage ontvangen die gelijk is aan de bedragen die in 2019 aan betreffende vereniging werden uitgekeerd.
In het reglement ‘Toelagen aan jeugdwerkinitiatieven’ wordt voor het werkingsjaar 2021 artikel 4 geschrapt tot aan "2. Voor de kadervormingstoelage wordt een basisbedrag van € 8.200,00 verdeeld", en vervangen door volgend artikel:
Elke jeugdwerkinitiatief (jeugdverenigingen en culturele verenigingen) zal in de maand juni/juli van 2021 zijn jaarlijkse vaste- en variabele toelage ontvangen die gelijk is aan de bedragen die in 2019 aan betreffende vereniging werden uitgekeerd met uitzondering van de bedragen die in het kader van de kadervormingstoelage werden uitgekeerd.
In het reglement ‘Toelagen aan erkende sociaal-culturele verenigingen’ wordt voor het werkjaar 2021 artikel 4 geschrapt en vervangen door volgend artikel met uitzondering van 'toelagecategorieën 5.c en 6.d'.
Elke sociaal-culturele vereniging zal in de maand juni/juli van 2021 zijn jaarlijkse werkingstoelage ontvangen die gelijk is aan de bedragen die in 2019 aan betreffende vereniging werden uitgekeerd met uitzondering van de bedragen die in het kader van toelagecategorieën 5.c en 6.d. werden uitgekeerd.
In het reglement ‘Toelagen aan sportverenigingen’ wordt voor het werkjaar 2021 artikel 3 met uitzondering van luik 3 geschrapt en vervangen door volgend artikel:
Elke sportvereniging zal in de maand juni/juli van 2021 zijn jaarlijkse werkingstoelage ontvangen die gelijk is aan de bedragen die in 2019 aan betreffende vereniging werden uitgekeerd met uitzondering van de bedragen die in het kader van luik 3 van artikel 3 werden uitgekeerd.