Omdat verenigingen door het gebrek aan activiteiten die geld in het laatje kunnen brengen, hun werking onvoldoende kunnen uitbouwen, wenst de gemeente door de jaarlijkse subsidies vroeger uit te betalen de verenigingen naast de huurvrijstellingen en de geplande extra subsidies een steuntje in de rug te geven.
Daarom wenst het gemeentebestuur voor de subsidieperiode 2020-2021, los van de georganiseerde activiteiten en los van het aantal leden dezelfde subsidies uit te keren als in 2018- 2019. Het bestuur wenst dit ook tijdig te doen zodat de verenigingen wat financiële ademruimte krijgen.
Artikel 40 § 3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is om gemeentelijke reglementen vast te stellen. Dit wordt nog eens bevestigd in artikel 41 tweede lid 2° van hetzelfde decreet. Tenslotte bepaalt ook artikel 41 tweede lid 23° dat de gemeenteraad bevoegd is om subsidiereglementen vast te stellen. Dit betekent ook dat de gemeenteraad bevoegd is om structureel van deze reglementen af te wijken;
Het raadsbesluit van 28 augustus 2014 'toelagen seniorenverenigingen';
Het raadsbesluit van 24 oktober 2019 'toelagen aan jeugdwerkinitiatieven';
Het raadsbesluit van 27 oktober 2016 'toelagen aan erkende sociaal-culturele verenigingen';
Het raadsbesluit van 27 juni 2019 'toelagen aan sportverenigingen'.
In het reglement "Toelagen seniorenverenigingen" worden voor het werkingsjaar 2021 artikels 4 en 5 geschrapt en vervangen door volgend artikel:
Elke seniorenvereniging zal in de maand juni/juli van 2021 zijn jaarlijkse basis- en aanvullende toelage ontvangen die gelijk is aan de bedragen die in 2019 aan betreffende vereniging werden uitgekeerd.
In het reglement ‘Toelagen aan jeugdwerkinitiatieven’ wordt voor het werkingsjaar 2021 artikel 4 geschrapt tot aan "2. Voor de kadervormingstoelage wordt een basisbedrag van € 8.200,00 verdeeld", en vervangen door volgend artikel:
Elke jeugdwerkinitiatief (jeugdverenigingen en culturele verenigingen) zal in de maand juni/juli van 2021 zijn jaarlijkse vaste- en variabele toelage ontvangen die gelijk is aan de bedragen die in 2019 aan betreffende vereniging werden uitgekeerd met uitzondering van de bedragen die in het kader van de kadervormingstoelage werden uitgekeerd.
In het reglement ‘Toelagen aan erkende sociaal-culturele verenigingen’ wordt voor het werkjaar 2021 artikel 4 geschrapt en vervangen door volgend artikel met uitzondering van 'toelagecategorieën 5.c en 6.d'.
Elke sociaal-culturele vereniging zal in de maand juni/juli van 2021 zijn jaarlijkse werkingstoelage ontvangen die gelijk is aan de bedragen die in 2019 aan betreffende vereniging werden uitgekeerd met uitzondering van de bedragen die in het kader van toelagecategorieën 5.c en 6.d. werden uitgekeerd.
In het reglement ‘Toelagen aan sportverenigingen’ wordt voor het werkjaar 2021 artikel 3 met uitzondering van luik 3 geschrapt en vervangen door volgend artikel:
Elke sportvereniging zal in de maand juni/juli van 2021 zijn jaarlijkse werkingstoelage ontvangen die gelijk is aan de bedragen die in 2019 aan betreffende vereniging werden uitgekeerd met uitzondering van de bedragen die in het kader van luik 3 van artikel 3 werden uitgekeerd.